Tip!
Zet voor de beste ervaring je geluid aan!
Midden in de donkere, koude nacht zijn jullie aangekomen in Zevenhuizen. Het is een stevige wandeling van dik twee uur geweest, maar gelukkig zijn jullie begeleid door de ondergrondse*. Ondanks dat je na al die jaren veel moeite hebt om mensen te vertrouwen, geven deze mensen je wel een goed gevoel. Een beter gevoel, dan wanneer je alleen met moeder en je broer op pad zou moeten in de zwarte, enge nacht.
​
Je hebt veel geleerd over op je hoede zijn en over angst. Je moet altijd waakzaam zijn, zo waakzaam dat je het gevaar kunt voelen aankomen. Helaas betekent dit ook dat je weinig rust hebt en je niet goed kunt ontwikkelen als kind. Je mist je vriendjes enorm en de simpele dingen als huiswerk maken na school. Wat zou je toch graag weer kind willen zijn. Maar je moet dapper blijven voor je gezin. Het is nou eenmaal oorlog, geen tijd voor tranen.
​
​
Een foto van je broer, je moeder en van jou
WAT WAS...
De ondergrondse?
De ondergrondse is een andere benaming voor 'Het Verzet'. Het Verzet deed er tijdens de oorlog alles aan om de Duitsers in de weg te zitten en Nederlanders te helpen, door bijvoorbeeld het verplaatsen van Joden naar onderduikadressen. Frans de Wit was zo'n 'verzetsstrijder'. Klik hier om zijn verhaal te ervaren!
Wat is de ondergrondse?
Jullie moeten keer op keer creatief blijven.
De verveling is vreselijk, dus verzinnen jij en je broer steeds nieuwe spelletjes om te spelen. Maar wel in stilte en zonder ruzie te maken, want agressie tonen mag absoluut niet. Anders kan je het gastgezin in gevaar brengen. Het ene spelletje na het andere wordt gespeeld. Je schuift je damsteen een vakje verder op het bord, terwijl je broer peinzend over het bord heen hangt. Je ruikt de warme aroma’s van moeders soep. Triomfantelijk hang je achterover, terwijl je naar je winnende positie op het dambord kijkt. ‘’O, nee’’, roept moeder zo zachtjes mogelijk. Jullie hoofden draaien tegelijkertijd haar kant op. En als je ziet wat moeder uit de soeppan vist, rennen jullie eropaf.
​
​
Het zijn de spelkaarten. Zo van de schoorsteenmantel in de soep gevallen. Nadat moeder ze voorzichtig uit de soeppan heeft gevist, sprinten jullie in paniek met de plakkerige kaarten in handen naar de theedoek. Voorzichtig vegen jullie de kaarten schoon. Als deze kaarten kapot gaan, betekent dat talloze spelletjes minder per dag. Er hangt heel wat van af! Gelukkig valt al snel te zien dat de schade meevalt en terwijl de kaarten verspreidt op de grond liggen te drogen, richten jullie je weer op het damspel.
​
De rest van de oorlog hebben jullie in Zevenhuizen gezeten. Tot dat het verlossende bericht kwam dat er Poolse soldaten in Kollum staan… Jullie zijn bevrijd!
​